|
||||||||
|
Soms verbeeldt de verbinding tussen twee kunstvormen een soort synesthesie waar de artiest een kleur kan “horen” of de samenstelling en toon van een geluid kan “zien”. Het is ook een handige metafoor, hij vertelt een verhaal met zijn saxofoon, ze maakt beelden op de piano, dit soort verbindingen worden vaak gemaakt in de moderne jazz. Ornette Coleman’s album Free Jazz had een lp hoes gemaakt door Jackson Pollock, Mondriaans urban boogie vormt ook een soort uitnodiging en ook was er een duidelijke verbinding tussen de COBRA beweging en de jazz, de uitspraak van de Nederlandse dichter/schilder Lucebert “ik ben een gemankeerde saxofonist” spreekt boekdelen. Het zou uitermate vreemd zijn mocht Enrico Pieranunzi niet op de een of andere manier geïnspireerd zijn door de visuele kunst gezien zijn culturele contacten en diepe absorptie van de kunst. In het album “Frame” vormt de muziek een eerbetoon aan de schilders Jackson Pollock, Gustav Klimt, Edward Hopper, Pablo Picasso, Paul Klee, Mark Rothko, Henri Matisse en Piet Mondriaan. Het album is opgebouwd uit vier suites voor Pollock, Hopper, Rothko en Mondriaan, daartussen bevinden zich losse nummers gewijd aan Klimt, Picasso, Klee en Matisse. De muziek beweegt zich tussen jazz en modern klassiek met een lichte neiging naar het laatste. Eigenlijk klinkt Pieranunzi hier anders dan op zijn overige albums, hier geen romantiek of impressionisme maar eerder een teruggrijpen naar zijn klassieke opleiding die hem in staat stelt tot het uitvoeren van abstracte stukken die goed beklijven. De “Suite for Pollock” bestaat uit vijf relatief korte stukken, soms heftig van aard en dan weer lieflijk voortkabbelend. Mij bevalt hat laatste deel “Blues for Pollock” het best, het is geen pure blues maar blue is het wel. Van een geheel andere orde is het nummer “Klimt”, een fijnzinnig, lichtvoetig pianowerk dat inderdaad doet denken aan het verfijnde werk van Klimt. Daarna volgt de “Suite for Hopper” een van mijn favoriete schilders, enig verband tussen de nogal rechtlijnige klanken en het sfeervolle realisme van de schilder hoor ik niet echt, ook hier is de favoriet een blues en wel “Blues for Hopper”, niet zozeer een blues maar wel een donker zwaarmoedig geheel. Op “Picasso Vibes” is Pieranunzi zowel op piano als op celeste te horen, een sfeervol stuk dat overloopt in het twinkelende “Paul Klee”, heel kort maar fraai. De ”Suite for Rothko” is duidelijk wat zwaarder aangezet, het bestaat uit vijf delen, de laatste twee titels verwijzen duidelijk naar de schilder “Blue and Black” en “Blue Grey and Green”, voor de niet-kenner het werk van Rothko bestaat uit grote gekleurde vlakken. Met zijn schurende bijna atonale klanken “verwoord” Pieranunzi dat uitstekend. Via het verstilde “Sirènes pour Matisse” (denk aan zijn prachtige collage met de titel Jazz), belanden we bij de tweedelige en laatste suite, de “Suite for Mondriaan” toepasselijk beginnend met “Mondrian Boogie” (denk aan Victory Boogie Woogie, een van de meesterwerken, helaas niet helemaal afgemaakt door zijn overlijden in 1944). Het hangt bij mij aan de muur (helaas een poster). Zowel de boogie als het andere stuk gewijd aan Mondriaan “Yellow and Red Lines” behoren tot mijn favorieten op dit album en dat ligt niet alleen aan de schilder maar vooral aan Pieranunzi. Het album werd opgenomen in 2012, waarom het nu pas verschijnt, geen idee, maar het is wel een goed idee. Jan van Leersum.
|